12 aug Voorkom oubollig taalgebruik: 7 tips voor een actieve schrijfstijl
‘Hopend u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd’. Ik word er altijd een beetje moe van. Hoe standaard, weinig inspirerend en ouderwets kun je een bericht afsluiten. Vreselijk. Toch zie ik ‘m veel te vaak. Recent nog in een e-mail van Tix.nl. Als je wilt uitstralen dat je conservatief bent, prima. Maar ik denk niet dat Tix zichzelf zo betitelt. Voor iedereen die nu met het schaamrood op de kaken toegeeft deze zin regelmatig te gebruiken: in dit blog geef ik 7 tips voor een actieve schrijfstijl. Doe er je voordeel mee!
Tip 1: schrap zullen/kunnen/willen/worden waar het kan
Deze hulpwerkwoorden zijn meestal overbodig en maken een zin meteen heel passief. Dus niet: ‘We willen u graag uitnodigen’. Maar: ‘We nodigen u graag uit’. Of niet: ‘We zullen u zo snel mogelijk bellen’. Maar: ‘We bellen u zo snel mogelijk’.
Tip 2: schrijf zo veel mogelijk in de tegenwoordige tijd
Of consequent in de verleden tijd mag ook. Als je maar niet de hele tijd ‘heeft gedaan’, ‘is geweest’, ‘had verricht’, ‘werd uitgevoerd’ schrijft, maar dit afwisselt met ‘doet’, ‘bent’, ‘verrichtte’, ‘voerde uit’, enzovoorts.
Tip 3: verwijder onnodige stopwoordjes
Op het gebruiken van stopwoordjes betrap ik mezelf geregeld. Hoe vaak ik niet ‘dus’, ‘dan’, ‘ook’, ‘eens’ en ‘nog’ uit mijn teksten verwijder… (zucht). Iedereen gebruikt andere stopwoordjes, als je je tekst kritisch bekijkt zie je ze vanzelf steeds terugkomen. Haal ze er zo veel mogelijk uit, want meestal voegen ze niets toe!
Tip 4: schrijf korte zinnen
Deze tip zal niemand verbazen. Maar toch… hoeveel lange, en daardoor onleesbare, zinnen ik tegenkom. Schrikbarend veel. Als je bij het lezen van een zin de draad kwijt raakt, dan weet je zeker dat hij veel te lang is. Maar ook een grammaticaal goed geschreven lange zin leest niet lekker weg. Kijk dus altijd heel kritisch naar de lengte van je zinnen. Als je je zin heel makkelijk ‘in stukken kunt hakken’, is het meestal aan te bevelen dat ook te doen. Voor mezelf gaan de alarmbellen af als ik een zin zie die langer is dan twee regels. Dan ga ik bekijken of hij korter kan.
Tip 5: stel eens een vraag!
Vaak heb je de neiging om in een tekst heel verhalend informatie over te brengen. Dat komt op de lezer heel passief over. Dit kun je makkelijk oplossen door af en toe een vraag of meerdere vragen in je tekst in te bouwen. Dus niet droogjes opsommen wat je bijvoorbeeld aan diensten aanbiedt, maar bijvoorbeeld vragen ‘Heb je behoefte aan X? Overweeg dan dienst Y, want…’ Dat houdt de lezer bij de les.
Tip 6: schrijf persoonlijk als dat kan
Het is afhankelijk van het soort tekst of dit mogelijk is. Maar als het kan probeer dan vanuit de ik-vorm te schrijven. Niet ‘wij’, maar ‘ik’. Dat komt heel persoonlijk over en schept meer vertrouwen bij de lezer. Kan het niet, kies dan een persoonsvorm die je consequent blijft gebruiken, bijvoorbeeld altijd je naam of bedrijfsnaam. Dus niet ‘Wij helpen je met tekstkwesties’, als je alleen werkt. Maar liever: ‘Ik help je met tekstkwesties’. Of: ‘Caenen Communicatie helpt je met tekstkwesties’.
Tip 7: spreek je doelgroep aan
Vooral vanuit communicatieoogpunt maakt deze tip jouw tekst nog actiever. Je kunt namelijk heel actief schrijven over van alles en nog wat, als de inhoud jouw doelgroep niet boeit, haakt deze af. Als je er óók voor zorgt dat de tekst inhoudelijk aansluit bij jouw doelgroep, gaat het de goede kant op met jouw schrijfstijl.
Zo! Nu kun je aan de slag met een actieve(re) schrijfstijl! Beloof je me één ding? Schrijf nooit meer ‘Hopend u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben’. Dankjewel en succes!
Vind je het lastig om in die actieve ‘vibe’ te komen? Maar wil je wel graag jouw teksten (voor welk medium of middel dan ook) actiever maken en/of updaten? Neem dan contact met mij op. Ik kan je vast helpen!